Op 7 augustus laten we Dieppe achter ons en gaan we op weg naar Fecamps. Het eerste stuk gaat voorspoedig. We hebben halve wind en we lopen lekker. Toch worden we al snel ingehaald voor ons grote zusje Laaxum, de 48 voeter van Lars vd Berg. We nemen wat foto’s van deze boot en we hopen dat Lars hetzelfde zal doen. (En ja, dat deed hij, dus we hebben mooie foto’s van onszelf in volle vaart.)


Het laatste stuk is het helaas kruisen en de wind neemt ook toe, dus het is even hard aanpoten. En we zijn ook een beetje gespannen voor het binnenlopen van de haven van Fecamps, want bij harde wind schijnt dat geen pretje te zijn. Uiteindelijk komen we in de buurt van de havenmondig en besluiten we het zeil te strijken. En dan blijkt het voor de wind eigenlijk heel erg mee te vallen met de wind, dus we varen rustig de haven in op zoek naar een plekje.


De haven is redelijk onbeschut en ligt vol met Nederlandse boten. We zorgen ervoor dat we onze landvasten goed vast zetten, zodat de boot hopelijk wat minder zal gaan schokken, want ze voorspellen voor de komende dagen veel wind. Helaas bleek het ijdele hoop, want alle drie de nachten werden we flink heen en weer geschut. Zelfs nadat we de voorhut verruilden voor de achterhut.


Op 8 augustus doen we het ’s ochtends rustig aan en besluiten we om in de stad te gaan lunchen. Het is erg druk op de terrassen, maar we bemachtigen zo ongeveer het laatste plekje in een soort pannenkoekrestaurant. Daar eten we een lekkere hartige pannenkoek en genieten we van onze mooie vakantie. Helaas wordt deze idylle verstoord door het bericht dat er in ons huis is ingebroken. Of we de politie willen terugbellen….


We gaan terug naar de boot en bellen met Nederland. Wat er binnen weg is dat weten we nog niet, maar duidelijk is wel dat de auto van Suzan gestolen is. Na deze ‘koude douche’ besluiten we maar om te gaan wandelen naar een kerkje bovenop de krijtrotsen. Ondertussen proberen we alles te verwerken en toch te blijven genieten van onze vakantie. Als we ’s avonds willen douchen blijkt er letterlijk een koude douche te zijn, de boiler is kapot.


De volgende dag besluiten we de stad te verkennen en wachten we op nieuws uit Nederland, waar de ouders van Suzan gaan kijken hoe het met het huis is. Uiteindelijk blijken er vooral laptops en telefoons weg, dus de schade valt gelukkig wel mee. Als we in het museum van de stad zijn, waar we voor het eerst een QR code moeten laten zijn, zien we de Laaxum aankomen. ’s Avonds komt Lars nog even kletsen op onze boot en wisselen we foto’s uit.


Op 10 augustus besluiten we om relatief vroeg te vertrekken richting Le Havre. Dit heeft als gevolg dat we nog lang stroom tegen hebben, terwijl we moeten kruisen. We schieten dus voor geen meter op. Uiteindelijk lukt het na een lange tocht toch om Le Havre te bereiken, waar we de zelfgevangen visjes als avondeten klaarmaken. Helaas is ook hier het sanitair niet om over naar huis te schrijven.